U zocht op het werkwoord: aanhoren
In widooie spreken we over: en-heu-rê
De tegenwoordige tijd van aanhoren is: heur en
De verleden tijd van aanhoren is: heurdê en
Het voltooid deelwoord van aanhoren is: enheurd
In een zin:
ich höb hör gêzaog mo’ttê enheurê (ik heb haar gezaag moeten aanhoren)
Leave a Reply